Deze maand was ik in Berlijn om het Schwules Museum te bezoeken. Een dierbare klant van mij, Eric (misschien ken je hem van de podcast, volkskrant artikel of de theatervoorstelling), vertelde me tijdens ons vorige bezoek aan Berlijn over een bijzondere tentoonstelling over sekswerk, samengesteld door sekswerkers.

De beschrijving op de website van het museum maakte me meteen enthousiast. Daarom besloot ik een aparte reis naar Berlijn te plannen om de tentoonstelling met eigen ogen te zien!

Het Sekswerk Museum

Het museum ligt in de wijk Bülowkiez waar van oudsher veel prostitutie was. Zoals je op veel plekken ziet, worden zij hier weggedreven voor het moderniseren / opschonen van de wijk. Het museum is niet heel groot en de expositie is ingedeeld in 6 ruimtes met verschillende thema’s:

The Cloakroom – Kleedkamer

The Census Bureau – Het Bureau voor Statistiek

The Closet of Bureaucracy – De Kast van Bureaucratie

The Office for the Reclamation of Public Space – Het Kantoor voor de Herovering van de Openbare Ruimte

The Health Department / De Gezondheidsafdeling

The Department of Horizontal Labor / De Afdeling van Horizontaal Werk

The Department of Complaints / De Klachten Afdeling

A Chapel / Een Kapel

“Natuurlijk zullen er meer dan genoeg katten zijn.”

Inspirerend vond ik het “Red Light Utopia” quilt, dat in de overgang hangt in het Bureau voor Statistiek. Het is een quilt gemaakt door Ernistine Pastorello, waarin het ideale bordeel tot leven is genaaid.

“… Ik begon me te verbeelden hoe veel verder we in het domein van welvaart en welzijn kunnen voortgaan als hoeren hun eigen bordeel hadden? Er zouden boeken kunnen zijn. Er zou genoeg heerlijk eten kunnen zijn. Natuurlijk zullen er meer dan genoeg katten zijn. Het is een mooi, levendig oud gebouw. Waarin we genieten van elkaars gezelschap, elkaars advies kunnen zoeken op moeilijke dagen – en, natuurlijk, een fuckload aan geld verdienen. Vrienden en collega’s omschreven hun ideale sessie met een klant, en al deze dromen zijn in elkaar genaaid bij iedere steek van deze quilt, …”

Bij de installatie “Legal History with the Bureaucrat Witch” in de kamer van bureaucratie moest ik hardop lachen. Bureaucratie werd hier gepersonifieerd als een dragmeesteres met een obsessie voor stempels, genaamd Frankenhooker, The Eternal Whore (vertolkt door Valentin Rion). De film gewoonweg super grappig gemaakt. Een heerlijke combinatie van queer/hoerenhumor, terwijl er wel iets fundamenteels op een heldere manier wordt uitgelegd, namelijk de eindeloos lijkende cyclus van regulering en vrijheid voor sekswerkers.

De verschillende ruimtes

De Kleedkamer:

Vanaf de middeleeuwen werd hoeren al een aparte klederdracht opgelegd. Een hoed met een blauw lint, een mantel met belletjes eraan of het verplicht dragen van een gele rok. In deze ruimte zie je een paar van deze verplichte kostuums, daarnaast tonen ze voorwerpen die belangrijk waren voor moderne sekswerkers. Zoals een condoomtasje, armband of iemands eerste pleasers. Dit zijn de extreem hoge hakken met plateauzool waar strippers vaak op dansen.

Grappig feitje over die verplichte kleding: Waar de kleding bedoeld was om de “foute” vrouw te kunnen onderscheiden van de “goede vrouw,” zodat mensen hen uit de weg konden gaan, zorgde het er juist voor dat klanten hen goed wisten te vinden. En de kledingstukken werden vaak juist mode-items voor de “nette” vrouwen!

Het Bureau voor de Statistiek,

Dit gedeelte opent met het “Red Light Utopia” quilt, wat ik hier boven noemde. Hiernaast tonen ze de geschiedenis van regulatieve systemen, verworven met de ruimtelijke en temporele evolutie van Berlijn. Vanuit het perspectief van sekswerkers die vandaag de dag actief zijn in de stad.
Dit komt het sterkst naar voren in de tijdlijn die belangrijke gebeurtenissen in de sekswerk geschiedenis van Berlijn toont.

Een quote uit de bijbehorende tekst:

“Om in Berlijn te leven, een stad die is verwoest en herbouwd, verdeeld en herontdekt, is geconfronteerd worden met verschillende verstrengelde lagen van geschiedenis die diepgewortelde opvattingen van chronische tijd verbrijzeld.
De geschiedenis van hoeren is gelijkwaardig cyclisch, verbonden aan wisselende golven van progressieve en regressieve perioden, gemarkeerd bij fluctuaties in zichtbaarheid en onderdrukking.”

De Bureaucratie Kast:

Deze multifunctionele ruimte, die bestemd is gemaakt voor de toename van documentkinks en hoerendominantie, heeft als hoogtepunt de bovengenoemde film met de fantastische Frankenhooker. De film laat op humoristische wijze zien hoe sekswerkers ondergedompeld worden in regeltjes. Je zou haast zeggen dat de overhei een sadistisch kink heeft en sekswerkers de vernederingen en plagerijtjes van deze bizarre domme moeten ondergaan.

Het Kantoor voor de Herovering van de Openbare Ruimte:

In dezelfde inham loop je dit kantoor binnen. Hier zie je een overzicht van de verschillende locaties in Berlijn die verband houden met sekswerk. Dit deel van de expositie interesseerde me eerlijk gezegd niet zo veel. Eigenlijk zie je dat er in heel Berlijn wel prostitutie heeft plaatsgevonden en dat sekswerkers steeds verjaagd worden om “de openbare orde te handhaven.”
Er was een quote die mij erg aansprak. Juist omdat het mijns inziens ook het verband tussen de seksuele vrijheid van specifiek de vrouw en of sekswerkers rechten weergeeft:

“Het stigma van de prostituee weerspiegelt diepgevoelde angsten over vrouwen die de gevaarlijke grenzen tussen privé en publiek overschrijden. Straatprostituees tonen hun seksuele en economische waarde in de menigte – dat sociale element dat permanent op de rand van instorting staat – en ontkrachten daarmee het rationele beheer van ‘afwijking’ en wanorde. Vandaar de fetisjistische investering van de wet in het gewelddadig controleren van het lichaam van de prostituee.” – McClintock (1992)

Afdeling van Verwoesting:

Hoewel deze afdeling niet apart genoemd werd, is er logischerwijs veel aandacht voor de effecten van de Tweede Wereldoorlog op sekswerkers.

Vanaf 1919 bestond er een aparte politietak voor het handhaven van morele normen en zedenwetten, zoals het bestrijden van prostitutie, homoseksualiteit en andere vormen van sociaal gedrag die als “immoreel” werden beschouwd.

In 1938 vielen de nazi’s bordelen door heel Duitsland in, als onderdeel van een grote actie om de mensen die als A-sociaal waren bestempeld, op te pakken.

Meer dan 20.000 mensen zijn hierbij gearresteerd. Veel van hen zijn later gedeporteerd naar het Ravensbrückkamp voor vrouwen. Sekswerkers moesten het symbool van de A-sociaal, een zwarte driekhoek, op hun uniform dragen, anderen een groene driehoek, wat het symbool was voor beroepscriminelen.

Hoewel duizenden van deze mensen omgekomen zijn in Ravensbrück, zijn er geen overlevenden opgeroepen om te getuigen tegen de oorlogsmisdadigers. Je uitspreken na de oorlog betekende dat je de reden van opsluiting moest vrijgeven, wat voor verdere vervolging kon leiden.

Hierdoor zijn de verhalen van vervolgde sekswerkers in de Tweede Wereldoorlog weinig verteld.

De Gezondheidsafdeling:

Historisch gezien worden sekswerkers vaak gezien als passieve dragers en verspreiders van ziektes. Dit zorgde voor allerlei restrictieve en regulerende maatregelen, zoals verplichte testen, gedwongen sterilisatie en opsluiting in gesloten afdelingen. De gezondheidsafdeling duikt dieper in op deze maatregelen en laat verschillende manieren zien waarop de sekswerkergemeenschap zich organiseert om hun gezondheid te beschermen.

Naast de opgelegde maatregelen en apparatuur die voor sekswerkers werden gebruikt, zie je in deze ruimte ook de manieren waarop sekswerkers voor zichzelf zorgen. Deze subruimte heeft de naam “De Apotheek” gekregen.

Tot mijn grote plezier wordt hier de link tussen sekswerk en hekserij gelegd.

Gedwongen toeding van Mercurous Chloride

 

“Tot de introductie van penicilline in de jaren 1940 was er geen betrouwbare behandeling van seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals gonorroe, chlamydia en syfilis. Na de uitbraak in Napels in 1940 was syfilis wijdverspreid in Europa en gevreesd vanwege de brute en goed zichtbare symptomen, die ernstige afwijkingen konden veroorzaken, zoals vervorming, dementie, blindheid en uiteindelijk de dood. Syfilis was sterk gestigmatiseerd en werd gezien als een zichtbare markering van ‘promiscuïteit’, maar het doorkruiste alle sociale klassen: van monarchen tot filosofen, en van artiesten tot de stedelijke armen. Kwik was een populaire ‘behandeling’ en werd gedwongen toegediend aan sekswerkers in de 19e en vroege 20e eeuw. Waar het wellicht zichtbare afwijkingen wegbrandde, genas het de mensen niet en had het andere zeer giftige effecten. Het kon toegediend worden als pil, tonic, stoom, injecties, vaginale douche of urethrale sounding.”

“De vervolging van heksen viel samen met de harde maatregelen van de staat tegen anticonceptie en abortus (die met de dood werden bestraft), evenals de regulering van de bevalling. Verloskundigen in Duitsland werden onder toezicht geplaatst, en de praktijk verschoof van hun handen naar die van mannelijke artsen.

Sekswerkers, vanwege de aard van hun vak, waren waarschijnlijk de bezitters van veel van deze kennis – experts in soorten kruidenanticonceptie die teruggaan tot de oudheid. Hun begrip van het lichaam en de voortplanting maakte hen tot occulte figuren, wat de categorie van de prostituee gelijkstelde aan die van de heks. Onderzoeken van heksen en ketters omvatten het gebruik van dwangtechnieken, die samenvielen met de methoden die gebruikt werden bij het ondervragen van prostituees. Zowel de heks als de hoer werden mechanismen voor het disciplineren van degenen die als afwijkend werden beschouwd.”

De Afdeling van Horizontaal Werk

In deze afdeling hebben de makers gebruikgemaakt van de ruimte om na te denken over hoe sommige verlangens voor de ideale werkplek zich zouden manifesteren. Alle benodigde “tools” liggen binnen handbereik. Collega’s werken in de andere kamers en verzamelen zich in de keuken voor een kopje thee of om de chocolade te delen die ze van de laatste klant hebben gekregen.

De ruimte heeft een erotische, sensuele, maar ook feestelijke sfeer. Er staat een hartvormig bed, wat mij betreft een bordeel cliché dat ik erg kan waarderen. In de vitrines zie je een ode aan een verzameling sekswerk gerelateerde objecten uit het verleden en heden.

Bij de persoonlijke items die je in het museum ziet, zijn steeds persoonlijke stukjes tekst te lezen van de sekswerker die verbonden is met het item. Een kleine uitleg of bijpassende herinnering. Direct insnijdend, zonder een zalvende intro die er vaak wel is wanneer we met buitenstaanders over het werk praten. Ik vind dit een hele sterke manier van communicatie. Juist omdat het normaal wordt gebracht, normaliseert het. Ik hoop dit zelf ook meer te kunnen integreren. Ik heb toch nog de angst de luisteraar of lezer te shockeren als ik niet eerst de kaders creëer van de zelfstandige, blije sekswerker.

Ik kwam deze benadering ook tegen in het Engelstalige boek Tricks and Treats, waarin sekswerkers over hun klanten vertellen.
Maar goed, dat is wellicht voor een andere blog.

De tekst bij de vochtige doekjes:

“Ik werkte voornamelijk in het pension. Er zijn ook autoklanten, maar dat vond ik niet zo leuk. Je weet niet of ze van hun werk komen of of ze zich hebben gewassen. Ik vind het fijn om gewassen te worden. Ik wil dat de ballen gewassen worden. Ik wil de voorhuid terug. Ik wil dat de eikel van de lul schoon is voordat ik hem zelfs maar aanraak. Als je op straat werkt, moet je natte doekjes meenemen en zeggen: ‘Hier eerst schoon,’ en dan: ‘Oh, doe niet zo kieskeurig, ik stop het in mijn mond. Mijn neus zal er niet ver vandaan zijn en ik wil een aangename geur. Ik wil je pipi of iets anders niet ruiken.’ En dan zegt de klant: ‘Ah, maar jij bent iets.’ En ik zeg: ‘Nou, natuurlijk.’ Dingen moeten op orde zijn, en dat begint met seks. Sekswerk is, als je het goed doet, eigenlijk een schone baan.”

De Klachtenafdeling

Ook wel betiteld als de afdeling van “Steeds weer hetzelfde zeggen”, laat zien dat de sekswerkgemeente altijd al helder is geweest over wat hun behoeftes zijn. Omdat de regelgeving vaak zonder de inbreng van de gemeenschap wordt gemaakt, blijven de sekswerkers “klagen” totdat ze gehoord worden.

Hier zie je hoe sekswerkers zich al vanaf de middeleeuwen verzetten voor betere rechten en werkomstandigheden. Registraties van de Beierse stad Nördlingen uit 1471 documenteren een collectieve actie van prostituees tegen hun werkgevers. Els von Eichstätt vluchtte, omdat ze gedwongen werd klanten te zien en een abortusopwekkende drank te drinken toen ze zwanger bleek te zijn. Voordat ze vluchtte, vertelde ze haar collega’s over de situatie. Die kwamen vervolgens in opstand. Haar collega Anna von Ulm getuigde voor haar tegenover de raad.

Een verzameling van verschillende protestacties en Duitse sekswerkorganisaties volgt.

De start van deze organisaties wordt teruggeleid naar 1975:

“Op 2 juni 1975 bezetten honderd sekswerkers de St. Nizier-kerk in Lyon, Frankrijk, waar ze het beëindigen van boetes, stigma en voortdurende politiehaat en misbruik eisten. Ze hingen een spandoek over de kerkgevel met de tekst ‘Onze kinderen willen niet dat hun moeder in de gevangenis komt.’ De bezetting duurde acht dagen, totdat ze gewelddadig door de politie werden verwijderd. Hun collectieve actie inspireerde stakingen in heel Frankrijk en wordt genoemd als het begin van de formele organisatie van sekswerkers in Europa.”

Vandaag de dag wordt International Whores Day / Internationale Dag van de Sekswerker nog steeds op 2 juni gevierd. Meestal zijn er demonstraties of feesten georganiseerd door deze organisaties. Sekswerkers en hun bijstanders, vrienden en familie demonstreren voor rechten, vrijheid en een einde aan geweld. Zet je het ook in je agenda? Je herkent ons aan de rode paraplu.

Dat is het internationale symbool voor sekswerk organisaties, welke je ook in ons logo terugvindt.

Een Kapel

Eigenlijk is het maar een klein deel van de tentoonstelling, maar toch vind ik het mooi dat het als aparte ruimte wordt geclassificeerd. Maar dat komt vast omdat ik gewoon houd van de mix van seksualiteit en spiritualiteit. Het daagt het hedendaagse dogma van het christendom uit. Als opgevoede christen met een florerende carrière als escort, vind ik dat gewoonweg prachtig.

Het is een klein kappeltje, prachtig versierd, als eerbetoon, aanbidding en in rouw voor alle sekswerkers die geleefd hebben en gestorven zijn.

In de bijschrijving van deze kapel vind je mijn favoriete quote van de tentoonstelling:

“For where did Christ learn to love unconditionally, if not from us? Who give endless love and endless forgiveness.”

“Want waar leerde Christus onvoorwaardelijk liefhebben, als niet van ons? Wij die eindeloze liefde en eindeloze vergeving geven.”

De Rode Draad

Een klein detail dat me opviel, was de rode draad die in de tentoonstelling steeds terugkwam. De eerste sekswerkorganisatie van Nederland heette De Rode Draad. Ik ben toen op zoek gegaan naar de oorsprong van deze benaming en vond de volgende verklaring op sekswerkerfgoed.nl:

“De naam Rode Draad gaf aan dat alle vrouwen in meer of mindere mate onder het stigma hadden te lijden. Tevens verwees de naam naar een roman van de Amerikaan Nathaniel Hawthorne, The Scarlet Letter, waarin een ontuchtige vrouw een rode letter op haar kleren moest naaien. Een andere reden om voor de naam De Rode Draad te kiezen, was het feit dat in vorige eeuwen een rood lint bij het venster een aanwijzing was dat er een prostituee huisde.”

De term “rode draad” heeft, zover ik kan vinden, niet echt een heldere link met sekswerk. Wel kennen we de term natuurlijk als een aanduiding voor een centrale focus, een verbindend element of een terugkerend thema. En dat is iets wat ik in deze tentoonstelling duidelijk terugzie.

 

“Door te begrijpen hoe de huidige opvattingen en omstandigheden tot stand zijn gekomen, kan ik – en kunnen we – nadenken over hoe we deze cyclus kunnen doorbreken.”

Het heeft me bijna een maand gekost om dit blog af te schrijven. Mijn drukke leven en het imposter-syndroom van het schrijven van mijn eerste blog, droegen hieraan bij. Zelfs na een paar weken ben ik nog steeds vol ontzag over de kwaliteit van de tentoonstelling.

Het is een soort verdieping waar ik zelf al jaren naar verlangde, en die nu eindelijk op zo’n kwalitatief hoog niveau is tentoongesteld.

Er is een magazine gemaakt van de collectie, waarvan er nog maar twee exemplaren waren. Gelukkig was ik helder genoeg om er een extra exemplaar mee te nemen. Achteraf baal ik wel een beetje dat ik die tweede niet ook heb meegenomen. Het magazine is namelijk prachtig vormgegeven en het had een mooi cadeau geweest. Bovendien is mijn hoofd snel vol als ik een tentoonstelling bezoek. Alles nog een keer kunnen bekijken en nalezen heeft me geholpen om alle nieuwe kennis echt te integreren.

Ik ben gewoon zo blij dat ik deze tentoonstelling heb mogen bezoeken. Deze geschiedenis laat zien hoe het huidige beeld van het werk is ontstaan. Het komt niet uit een vacuüm en hangt samen met andere culturele fenomenen.

De afgelopen jaren heb ik daar regelmatig naar gezocht, zonder dat ik zelf door moeilijke geschiedenis- of sociaalwetenschappelijke boeken moest worstelen. Het was gewoon niet te vinden. Terwijl het eigenlijk erg belangrijk is om deze geschiedenis te kennen. Door te begrijpen hoe de huidige opvattingen en omstandigheden tot stand zijn gekomen, kan ik – en kunnen we – nadenken over hoe we deze cyclus kunnen doorbreken. Bovendien voel ik me gesterkt door het lezen van de verhalen van sekswerkers die mij voorgingen. Ik voel een soort trots, waarvan ik twijfel of ik die helemaal mag claimen, om onderdeel te zijn van een gemeenschap die altijd heeft bestaan en in verschillende tijden en culturen een belangrijke rol heeft gespeeld.

Ik voelde me als sekswerker helemaal thuis in de tentoonstelling. Dat kwam door de vormgeving, de speelse en provocerende titels van de verschillende ruimtes, en zeker ook door de prachtig geschreven teksten.

Helaas lukte het me net niet om in de laatste week van de tentoonstelling naar Berlijn te gaan. Momenteel is de tentoonstelling niet te zien. Ik zou het voor eeuwig zonde vinden als dat zo blijft. Wat mij betreft zou er ergens een echt sekswerk museum opgericht moeten worden, met een vaste tentoonstelling en wisselende exposities van kunstmakende sekswerkers of sekswerkende kunstenaars. Daar droom ik nog verder over.

Benieuwd naar meer kunst en sekswerk?

Sexhibition
Volgend jaar, op 31 mei, opent de tentoonstelling Sexhibition in Tilburg. Een samensmelting van kunst geïnspireerd op en in samenwerking met sekswerkers, en kunst gemaakt door sekswerkers (of kunstenaars die ook sekswerken).

De voorstelling “Love me by the hour” – Speelcollectief
Een voorstelling die het idee van de sekswerker als slachtoffer en de klant als vies mannetje verwerpt en een andere ervaring laat zien. Gebaseerd op de ervaringen van sekswerkers en klanten.

Met een meereizende tentoonstelling in de foyer.

De Sexworkers Who Changed History Fashion Show
Een initiatief van het sekswerk collectief SAVE . Een modeshow die historisch sekswerkers èn hun klederdracht toont.